Start transcriptie van DE BARON Een interactief verhaal, geschreven door Victor Gijsbers en gepubliceerd onder de GNU General Public License. Nieuwe lezers: TYPE ALSTUBLIEFT 'MENU', ook wanneer u een ervaren speler van interactieve fictie bent. Release 1 / Serial number 051105 / Inform v6.21 Library 6/11 SD Standard interpreter 1.0 (1F) / Library serial number 040227 Nederlandse vertaling 020812 door Yuri Robbers De bronzen deuren vallen achter je dicht, en je hoort hoe de grendel ervoor wordt geschoven. Er is geen weg terug; het is jou, of de draak. Met je bijl in je bepantserde hand stap je naar voren, de hitte tegemoet. DE BARON Een interactief verhaal, geschreven door Victor Gijsbers en gepubliceerd onder de GNU General Public License. Nieuwe lezers: TYPE ALSTUBLIEFT 'MENU', ook wanneer u een ervaren speler van interactieve fictie bent. Release 1 / Serial number 051105 / Inform v6.21 Library 6/11 SD Het voorportaal van de grot De kleine hal is door mensen uitgehouwen en met zwart marmer bekleed. Twee bronzen deuren in het zuiden sluiten de uitgang hermetisch af; in het noorden leidt een smalle grot naar de vurige woonstee van de draak. De grond hier is bezaaid met geblakerde botten en schedels, die flikkerende schaduwen zuidwaarts werpen. >x deuren Twee bronzen deuren blokkeren de uitgang naar het zuiden. Er is een voorstelling in gegraveerd van een brandende man. >x brandende man In plaats van de pijn die je zou verwachten op het gezicht van een brandende man, straalt de gegraveerde figuur eerder begerigheid uit. Het is alsof het vuur hem voortdrijft naar het object van zijn lust, wat dat dan ook mag zijn. >i Je hebt bij je: een helm (gedragen) een volledige wapenrusting (gedragen) een strijdbijl >sla man Dat is in dit verhaal niet belangrijk. >n Je probeert om de menselijke beenderen heen te stappen, maar kan niet voorkomen dat er bij elke stap verschillende breken onder het gewicht van jou en je wapenrusting. Een lage doorgang De grot is laag, en je moet bukken om er doorheen te kunnen. Op de vloer ligt een dikke laag as. De vlammen die overal in de grote zaal in het noorden uit spleten in de grond komen zijn haast verblindend fel, en de hitte is enorm. Het zweet breekt je aan alle kanten uit. In het zuiden ligt de betrekkelijke koelte van het halletje. >n Met de bijl stevig in je handen geklemd, het vizier van je helm opengeklapt zoals een man van eer betaamt, treed je de draak tegemoet. Een ondergrondse zaal De zaal is tientallen meters hoog, en honderden meters breed en diep. De grond is bedekt met een dikke laag as, behalve waar brede spleten de rots doorklieven. Metershoge vlammen schieten uit deze spleten omhoog. De hitte is bijna ondraaglijk. In het midden van de zaal staat de draak, een enorm roodgeschubt monster. Hij draait zijn kop naar je toe, en staart je met twee grote gele ogen aan. >z Een lage doorgang De grot is laag, en je moet bukken om er doorheen te kunnen. Op de vloer ligt een dikke laag as. De vlammen die overal in de grote zaal in het noorden uit spleten in de grond komen zijn haast verblindend fel, en de hitte is enorm. Het zweet breekt je aan alle kanten uit. In het zuiden ligt de betrekkelijke koelte van het halletje. Je rent weg, maar achter je hoor je de donderende voetstappen van de draak, die je achterna komt. Zijn bloedstollende kreet echoot door de onderaardse gewelven. >z Begeleid door het geknars van brekende botten loop je terug de hal in. Het voorportaal van de grot De kleine hal is door mensen uitgehouwen en met zwart marmer bekleed. Twee bronzen deuren in het zuiden sluiten de uitgang hermetisch af; in het noorden leidt een smalle grot naar de vurige woonstee van de draak. De grond hier is bezaaid met geblakerde botten en schedels, die flikkerende schaduwen zuidwaarts werpen. Zo snel als je kunt ren je over de botten heen, weg van het afzichtelijke monster. Er komt rook uit de grot, en een laag gegrom. >klop op de deur Nog voordat je de draak hebt proberen te doden? Dat zou alleen een lafaard doen. De grot in het noorden verandert in een zee van vlammen, vlammen die elk moment verder de hal in lijken te komen, als de tentakels van een hongerig wezen van vuur en hitte, op zoek naar prooi. >sla de draak Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >hak de kop van de draak af Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >oh wacht, hij is er niet Het lijkt of je tegen iemand wilt praten, maar ik heb geen idee wie. >n Je probeert om de menselijke beenderen heen te stappen, maar kan niet voorkomen dat er bij elke stap verschillende breken onder het gewicht van jou en je wapenrusting. Een lage doorgang De grot is laag, en je moet bukken om er doorheen te kunnen. Op de vloer ligt een dikke laag as. De vlammen die overal in de grote zaal in het noorden uit spleten in de grond komen zijn haast verblindend fel, en de hitte is enorm. Het zweet breekt je aan alle kanten uit. In het zuiden ligt de betrekkelijke koelte van het halletje. De draak heeft zijn kop in de grot gestoken en blaast een immense straal vuur naar binnen. Voordat je kunt reageren ben je omgeven door de vlammen; je kan een schreeuw van pijn niet onderdrukken wanneer je in brand vliegt. >z Je rent in paniek terug naar de hal, ditmaal zonder te letten op de knoken waarmee de grond bezaait is. Bij elke stap die je zet breken botten onder jouw gewicht en dat van je harnas. Het voorportaal van de grot Tussen de vlammen door zie je de zwarte marmeren wanden van de hal, de botten op de vloer, en de twee bronzen deuren die de enige uitgang vormen. Je bent omgeven door vlammen, en kan nauwelijks nog iets zien. De hitte in het harnas is ondraaglijk. >klop op de deur In paniek ren je naar de deuren. De brandende man in het bronzen reliëf kijkt je met spottende ogen aan, zijn extatische grijns bij het voelen van de vlammen precies het tegenovergestelde van jouw gepijnigd geschreeuw. Met de stalen handschoen van je rechterhand beuk je zo hard als je kan tegen hem aan; een vervaarlijke, door merg en been snijdende dissonant galmt door de grot. Maar de deuren komen niet in beweging, niemand doet open, en nogmaals - terwijl je voelt hoe de hitte van het vuur het levenssap in je aderen verdampt - sla je uit alle macht op de deur; nogmaals het geluid, alsof Satan de gong slaat in het diepst van de hel - maar de deur blijft onbeweeglijk, je voelt hoe je handen langs het koper naar beneden glijden maar je kan niets doen om te blijven staan en de pijn de hitte duisternis... [Druk op een toets.] DE BARON Een interactief verhaal geschreven door Victor Gijsbers. Chi l'anima mi lacera? Chi m'agita le viscere? Che strazio, ohimè, che smania! Che inferno, che terror! "Wie verscheurt mijn ziel? Wie windt mijn hart zo op? Wat een kwelling, wat een waanzin! Wat een hel! Welk een verschrikking!" Uit de opera "Don Giovanni" Tekst: Lorenzo da Ponte Muziek: Wolfgang A. Mozart Twee doordringende dissonanten, kort na elkaar, wekken je uit je onrustige slaap. Na de tweede toon zwijgt de kerkklok en de stilte van de winternacht nestelt zich weer in het dorp. Je wrijft de slaap uit je ogen. Uiterst voorzichtig stap je uit bed, opdat je je vrouw Hilde niet wakker maakt. Zij zou je zeker proberen te stoppen. In je slaapkamer Het zwakke schijnsel van de maan dat door het raam naar binnen valt hult de meubels in de slaapkamer in een mantel van onwereldse schoonheid. Alleen het zachte ademen van je echtgenote in het grote ledikant doorbreekt de stilte. Naast de zware eiken kledingkast bevindt zich de deur naar de overloop in het noorden. In de onverwarmde kamer is het ijzig koud. Je ziet een stoel (met daarop je werkkleding) en een vuren nachtkastje. >i Je hebt niets bij je. >streel hilde door haar haar Ik begrijp alleen het gedeelte: streel Hilde. >streel hilde Dat kan je beter niet doen; wellicht wordt ze er wakker van. >x maan Door het raam kan je de volle maan tegen de sterrenhemel zien staan. Even lijkt het alsof het mannetje in de maan bemoedigend naar je knipoogt, maar dan neemt hij weer zijn gewone mysterieuze pose aan. >x mannetje in de maan Door het raam kan je de volle maan tegen de sterrenhemel zien staan. Even lijkt het alsof het mannetje in de maan bemoedigend naar je knipoogt, maar dan neemt hij weer zijn gewone mysterieuze pose aan. >x kasteel Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x slot Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x dorp Omdat je huis op een heuvel aan de rand van het dorp ligt, heb je vanuit het raam een mooi uitzicht over de andere woningen. Slechts achter enkele ramen branden nog lichtjes; verder is het dorp in deze winternacht gehuld in duisternis en sneeuw. >x lichtjes Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x winternacht Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x fot Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x foto Deze foto, gemaakt ter ere van het tienjarig huwelijk van jou en Hilde, is alweer enkele jaren oud. Plechtig staan jullie als twee zwart-witte standbeelden naast elkaar, voor de gelegenheid weer in jullie trouwkostuums gehesen. Op de voorgrond, dicht tegen jou aan, staat jullie dochter Maartje. Kleine Maartje, in haar prachtige witte jurkje, een stralende lach op haar gezicht. Op de foto heb je beschermend een arm over haar schouder geslagen. Maar nu is zij ontvoerd door de kwaadaardige baron... nogmaals zweer je dat je alles in je macht zal doen om haar te bevrijden. >x kast Met dit grote meubel ben je weken bezig geweest. Niet alleen heb je zelf de boom omgehakt waaruit hij gemaakt is, ook het zagen van de planken, het schuren, timmeren, lakken, en zelfs het subtiele houtsnijwerk heb je zelf gedaan. De herinnering aan die gelukzalige eerste maanden van jullie huwelijk, waarin Hilde en jij met beperkte middelen maar mateloos enthousiasme jullie kleine huisje inrichtten, doet je glimlachen. >x houtsnijwerk Hartjes, vogeltjes, bloemen en andere figuren die jouw verliefde geest bevolkten toen je deze decoraties sneed kronkelen kunstig om elkaar heen. >x hartjes Kleine hartjes lopen langs de hele rand van de kledingkast. >x vogeltjes In sierlijke patronen kronkelen vlechten in de kast uitgesneden vogeltjes zich om lange bloemenranken. >x bloemenranken Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x bloemen De grote kledingkast is versierd met bloemenranken waarin zowel inheemse als exotische en fantastische bloemen voorkomen. Vluchten kleine vogels wentelen zich er omheen. >open kast Je opent de kledingkast, en onthult een grote hoeveelheid jurken, broeken en andere kleren. >pak kleren Welke bedoel je, je werkkleding of de grote hoeveelheid jurken, broeken en andere kleren? >broeken Ik begrijp alleen het gedeelte: pak de broeken. >i Je hebt niets bij je. >pak de grote hoeveelheid jurken, broeken en andere kleren Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x kleren Welke bedoel je, je werkkleding of de grote hoeveelheid jurken, broeken en andere kleren? >grote In deze kast bewaren jullie al je kleren, netjes opgevouwen en gestreken, in keurige stapels gelegd. In een smal gedeelte aan de zijkant hangen de jurken van je vrouw. >x jurken Je laat je vingers langs de ruwe, stijve stof van de jurken glijden. Praktisch en zonder franje, de werkkleding van een bedrijvige huisvrouw. Helemaal achterin verstopt het witte satijn van Hildes trouwjurk zich alsof het met de rest van de kleding niet gezien wil worden. >x werkkleding Dit is de kleding waarmee je overdag in het woud hout gaat hakken: een stevige spijkerbroek, een rood-blauw geruit hemd en twee zware leren laarzen. Er hangt een vage zweetgeur om het hemd heen. >trek die werkkleding maar aan Ik begrijp alleen het gedeelte: trek je werkkleding. >trek die werkkleding aan (eerst je werkkleding oppakkend) Je trekt je werkkleding aan. >pak trouwjurk Je pakt de koele, zachte stof vast en sluit voor een moment je ogen. Herinneringen aan je bruiloft komen met grote hevigheid boven; het is alsof er geen dag verstreken is, zo vers ligt het nog allemaal in je geest. Met kloppend hart loop je het dorpsplein op. Je voelt je ongemakkelijk in het grijze pak dat je speciaal voor deze gelegenheid gekocht hebt - het past niet bij een eenvoudige jongen als jij. Voor de kerk heeft zich een menigte verzameld. Het hele dorp is er: je ziet jouw ouders staan, en even verderop de ouders van Hilde. Terwijl je stil gaat staan om nog even de rode bloem in je knoopsgat recht te zetten, kijkt iemand in jouw richting en roept je naam. Allen draaien zich om en beginnen te juichen en je naam te roepen. Je voelt de hitte naar je gezicht stijgen, en je wangen krijgen dezelfde kleur als de bloem. Je houdt er niet van om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Je houdt sowieso niet van grote groepen mensen. De meeste tijd breng je daarom alleen door, in het bos bijvoorbeeld, of verzonken in houtsnijwerk. Maar ook alleen zijn heeft nadelen - de zwarte leegte van de eenzaamheid heeft meer dan eens gedreigd je op te slokken. Het beste is om samen te zijn met één persoon waar je van kan houden, waarmee je veilig bent en immuun voor het leed van de wereld. Die droom zal vandaag uitkomen. Eindelijk! Stralend als een lentezon glijdt Hilde het plein op. Haar lange blonde haren omlijsten een engelengezicht dat altijd door een brede glimlach getooid wordt. In haar sneeuwwitte bruidsjurk is ze een betoverde prinses, een mooier, reiner en onschuldiger meisje dan deze wereld verdient te bezitten. En ze komt op jouw af, haar ogen vol liefde en tederheid. "Ja, dat beloof ik," spreekt ze, maar haar ogen zijn al niet meer gericht op de dominee: ze hebben de jouwe gevonden. Je neemt haar hand, haar zachte, tere hand, en zo voorzichtig als je kan schuif je de ring om haar vinger. Zij doet hetzelfde bij jou, en dan buigen jullie hoofden zich naar elkaar toe, en jullie lippen komen samen en bezegelen meer dan woorden ooit zouden kunnen het verbond van eeuwige liefde. Er wordt geklapt en gejuicht, maar jullie staan op een eiland van stilte en beleven de puurheid van samenzijn. [Druk op een toets.] In je slaapkamer Het zwakke schijnsel van de maan dat door het raam naar binnen valt hult de meubels in de slaapkamer in een mantel van onwereldse schoonheid. Alleen het zachte ademen van je echtgenote in het grote ledikant doorbreekt de stilte. Naast de zware eiken kledingkast bevindt zich de deur naar de overloop in het noorden. In de onverwarmde kamer is het ijzig koud. Je ziet een stoel en een vuren nachtkastje. >i Je hebt bij je: je werkkleding (gedragen) >n (de deur naar de overloop openend) Op de overloop De overloop is gehuld in een schemerig duister. Maanlicht schijnt naar binnen door de open deur naar de slaapkamer in het zuiden. Aan de noordkant van de overloop leidt een rood geschilderde deur naar de kamer van je dochter Maartje. Naast de trap naar beneden staat een elegant kastje, waarboven een grote spiegel in een vergulde lijst prijkt. >x spiegel Uit de spiegel staar je jezelf tegemoet, een heldhaftige blik in je ogen. Je stoere houthakkerskleding zit als gegoten en laat de stevige spierbundels in je armen goed uitkomen. Een grimmige glimlach speelt om je mondhoeken als je denkt aan de angst die de baron zal voelen wanneer jij zijn kasteel binnen dringt om hem met je stevige vuisten tot moes te slaan. >*kijk... [Commentaar bewaard.] >n (de deur naar Maartjes kamer openend) In Maartjes kamer Zonder Maartjes stralende aanwezigheid lijkt haar kamer doods en leeg. Het geeft een droeve aanblik: een bed waar niet in geslapen wordt, een poppenhuis waar niet mee gespeeld wordt, een bureau waaraan niet gestudeerd wordt. De bonte kleuren waarin jij haar plafond en meubilair geverfd hebt verschijnen in het bleke licht van de sterren als een waaier aan grijstinten. De deur in het zuiden leidt terug naar de overloop. Op het bureau is een dagboek. Je ziet een knuffelbeer. >x plafond (het plafond) Beschilderd met liefelijke taferelen geeft het plafond Maartjes kamer onder normale omstandigheden een vrolijk en zorgenloos uiterlijk. >x bed Onder het raam staat Maartjes bed, een ruim kinderledikant dat, zoals bijna alle meubels in jullie huis, een product is van jouw nijvere arbeid. Het bed is keurig opgemaakt, de dekens perfect recht, het kussen opgeklopt. Te maagdelijk, te onaangeraakt, alsof het niet bestemd is voor menselijk gebruik. >raak bed aan Je voelt niets onverwachts. >trek de dekens erof Ik begrijp alleen het gedeelte: trek Maartjes deken. >trek de dekens van het bed Ik begrijp alleen het gedeelte: trek Maartjes deken. >trek de dekens weg Ik begrijp alleen het gedeelte: trek Maartjes deken. >trek aan de dekens Je trekt verwoed aan de dekens van Maartjes bed om hun onverdraaglijke netheid te verstoren. >pink een traantje weg Dat is geen werkwoord dat ik ken. >x kussen Verstopt onder het kussen vind je een klein koperen sleuteltje, dat je verwonderd oppakt. >i Je hebt bij je: een sierlijk sleuteltje je werkkleding (gedragen) >x sleuteltje Het met delicate patronen versierde koperen sleuteltje vertoont sporen van intensief gebruik. >pak dagboek Gepakt. >x poppenhuis Ooit heb je dit poppenhuis zelf in elkaar gezet: drie verdiepingen, met deurtjes en raampjes die open en dicht kunnen, allerhande meubels, en houten popjes met fijn gesneden gezichten die de woning kunnen bevolken. Hilde heeft gordijntjes gemaakt, vloerkleedjes en kleertjes voor de poppen. >x poppen In het poppenhuis leven vier popjes: een vaderpop, een moederpop, een poppenzoon en een poppendochter. Vaderpop zit een krant te lezen op de bank in de woonkamer, terwijl moederpop, waarschijnlijk bezig met een maaltijd, in de keuken staat. Het poppenzoontje staart bedachtzaam uit een raam naar buiten, en de poppendochter ligt, nog gekleed in haar rode jurkje, op bed in haar slaapkamer. >x poppendochter In het poppenhuis leven vier popjes: een vaderpop, een moederpop, een poppenzoon en een poppendochter. Vaderpop zit een krant te lezen op de bank in de woonkamer, terwijl moederpop, waarschijnlijk bezig met een maaltijd, in de keuken staat. Het poppenzoontje staart bedachtzaam uit een raam naar buiten, en de poppendochter ligt, nog gekleed in haar rode jurkje, op bed in haar slaapkamer. >x vaderpop In het poppenhuis leven vier popjes: een vaderpop, een moederpop, een poppenzoon en een poppendochter. Vaderpop zit een krant te lezen op de bank in de woonkamer, terwijl moederpop, waarschijnlijk bezig met een maaltijd, in de keuken staat. Het poppenzoontje staart bedachtzaam uit een raam naar buiten, en de poppendochter ligt, nog gekleed in haar rode jurkje, op bed in haar slaapkamer. >speel met de poppen Je zet je op je knieën voor het poppenhuis neer, en kijkt de popjes even mismoedig aan. Dan pak je de moederpop met je linkerhand op en de vaderpop met je rechterhand. Je laat vader door een deurtje het huis binnenkomen. "Zo moeder," zegt hij, "ik heb vandaag weer hard gewerkt. Je hebt geen idee hoe hongerig ik ben." "Nou vader," antwoordt ze in een raar hoog stemmetje, "dat schikt, want ik heb een hele poppenpot vol poppenpap gekookt vandaag. Kinders, komen jullie eten, vader is thuis!" Je zet de twee popjes op hun poppenstoeltjes neer, en pakt de poppendochter. Ze loopt naar de huiskamer, en wanneer ze haar vader ziet roept ze: "Pappie!" Verdrietig sluit je je ogen en leg je de popjes weg. >x poppen In het poppenhuis leven vier popjes: een vaderpop, een moederpop, een poppenzoon en een poppendochter. Vaderpop en moederpop zitten op de stoeltjes rond het tafeltje, waar je ze zojuist zelf hebt neergezet. Het poppenzoontje staart bedachtzaam uit een raam naar buiten, en de poppendochter ligt, nog gekleed in haar rode jurkje, in de keuken op de grond. >x raam Dreigend kijken de naaldbossen je aan door het venster, hun vijandig stilzwijgen een belofte van ontbering en gevaar. Ergens, diep in hen verscholen, ligt het slot van de baron. En ergens, diep in zijn slot, de kerker waar Maartje gevangen zit. Je ziet haar voor je, hoe ze nu, op dit moment, schreit om haar vader, eenzaam, alleen, verlaten, opgesloten in een steenkoude cel. >x slot Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >kijk In Maartjes kamer Zonder Maartjes stralende aanwezigheid lijkt haar kamer doods en leeg. Het geeft een droeve aanblik: een bed waar niet in geslapen wordt, een poppenhuis waar niet mee gespeeld wordt, een bureau waaraan niet gestudeerd wordt. De bonte kleuren waarin jij haar plafond en meubilair geverfd hebt verschijnen in het bleke licht van de sterren als een waaier aan grijstinten. De deur in het zuiden leidt terug naar de overloop. Je ziet een knuffelbeer. >x kast Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x meubilair Een bed, een bureau en een prachtig in elkaar gezet poppenhuis, compleet met kleine bedjes, bureautjes en - nee, niet met een klein poppenhuisje - vormen het meubilair van Maartjes kamer. >droste :) Dat is geen werkwoord dat ik ken. >pak de dochterpop Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >*ik was even op zoek naar het rode jurkje van maartje ofzo [Commentaar bewaard.] >x beer Bruin is al vele jaren Maartjes favoriete knuffel en trouwste compaan. De glimlach op zijn snuit is bemoedigend, en ook al zijn Bruins ogen slechts knopen, toch lijkt er iets van intelligentie in zijn blik te zitten. >aai beer Je voelt niets onverwachts. >dag beer Dat is geen werkwoord dat ik ken. >zeg: "dag beer" Dat is geen werkwoord dat ik ken. >help Welke opdrachten een gegeven verhaal begrijpt kan sterk verschillen, maar er is een basis van algemene en zeer handige opdrachten die vrijwel elk verhaal begrijpt. De volgende opdrachten zullen u in bijna elk verhaal van pas komen; er wordt ook een Engelse variant gegeven, omdat het overgrote merendeel van de interactieve fictie nu eenmaal in het Engels is: KIJK: Ook afgekort als K. Deze opdracht laat de hoofdpersoon rondkijken, en toont u zo nogmaals de beschrijving van de kamer waar hij of zij zich in bevindt. (In het Engels: LOOK en L.) BEKIJK : Ook afgekort als B of X. De hoofdpersoon zal nauwkueriger kijken naar de persoon of het voorwerp dat u hem of haar vraagt te bekijken. Het is meestal verstandig om alles wat u belangrijk lijkt voor het verhaal te bekijken wanneer u het tegenkomt. Bekijk ook eens de dingen die u bij zich draagt, of de hoofdpersoon zelf: BEKIJK ME, X MIJ, of iets dergelijks. (In het Engels: EXAMINE en X.) INVENTARIS: Ook afgekort als I. Dit commando toont alles wat de hoofdpersoon bij zich draagt; dus alles wat u heeft opgepakt, en eventuele dingen die de hoofdpersoon al vanaf het begin van het spel bij zich had. Het is vaak een goed idee I te typen aan het begin van een verhaal. (In het Engels: INVENTORY of I.) GA : Er zijn tien standaard richtingen: NOORD, ZUID, WEST, OOST, ZUIDWEST, ZUIDOOST, NOORDWEST, NOORDOOST, OMHOOG en OMLAAG. Deze kunnen allemaal afgekort worden, tot respectievelijk: N, Z, W, O, ZW, ZO, NW, NO, H en L. Bovendien kan het GA commando weggelaten worden: GA NOORD, NOORD, GA N en N hebben dus allemaal hetzelfde effect. Sommige verhalen laten ook andere manieren van voortbewegen toe: GA IN AUTO, bijvoorbeeld, of GA NAAR SLAAPKAMER. Dat zal u zelf moeten uitzoeken. (In het Engels: N, S, W, E, SW, SE, NW, NE, U, D. Vergeet daar ook de werkwoorden ENTER en EXIT niet.) Een korte lijst met werkwoorden die voor zichzelf spreken: PAK of NEEM LEG , LEG NEER of LAAT VALLEN LEG OP OPEN SLUIT GEEF AAN DRAAG Enzovoorts. Probeer vooral door experimenteren erachter te komen welke werkwoorden werken in een bepaalde situatie, en welke niet. Wanneer de schrijver van een verhaal zijn werk goed gedaan heeft, dan zal de optie die u het meest logisch lijkt ondersteund worden. [Druk alstublieft op de SPATIEBALK.] Welke opdrachten een gegeven verhaal begrijpt kan sterk verschillen, maar er is een basis van algemene en zeer handige opdrachten die vrijwel elk verhaal begrijpt. De volgende opdrachten zullen u in bijna elk verhaal van pas komen; er wordt ook een Engelse variant gegeven, omdat het overgrote merendeel van de interactieve fictie nu eenmaal in het Engels is: KIJK: Ook afgekort als K. Deze opdracht laat de hoofdpersoon rondkijken, en toont u zo nogmaals de beschrijving van de kamer waar hij of zij zich in bevindt. (In het Engels: LOOK en L.) BEKIJK : Ook afgekort als B of X. De hoofdpersoon zal nauwkueriger kijken naar de persoon of het voorwerp dat u hem of haar vraagt te bekijken. Het is meestal verstandig om alles wat u belangrijk lijkt voor het verhaal te bekijken wanneer u het tegenkomt. Bekijk ook eens de dingen die u bij zich draagt, of de hoofdpersoon zelf: BEKIJK ME, X MIJ, of iets dergelijks. (In het Engels: EXAMINE en X.) INVENTARIS: Ook afgekort als I. Dit commando toont alles wat de hoofdpersoon bij zich draagt; dus alles wat u heeft opgepakt, en eventuele dingen die de hoofdpersoon al vanaf het begin van het spel bij zich had. Het is vaak een goed idee I te typen aan het begin van een verhaal. (In het Engels: INVENTORY of I.) GA : Er zijn tien standaard richtingen: NOORD, ZUID, WEST, OOST, ZUIDWEST, ZUIDOOST, NOORDWEST, NOORDOOST, OMHOOG en OMLAAG. Deze kunnen allemaal afgekort worden, tot respectievelijk: N, Z, W, O, ZW, ZO, NW, NO, H en L. Bovendien kan het GA commando weggelaten worden: GA NOORD, NOORD, GA N en N hebben dus allemaal hetzelfde effect. Sommige verhalen laten ook andere manieren van voortbewegen toe: GA IN AUTO, bijvoorbeeld, of GA NAAR SLAAPKAMER. Dat zal u zelf moeten uitzoeken. (In het Engels: N, S, W, E, SW, SE, NW, NE, U, D. Vergeet daar ook de werkwoorden ENTER en EXIT niet.) Een korte lijst met werkwoorden die voor zichzelf spreken: PAK of NEEM LEG , LEG NEER of LAAT VALLEN LEG OP OPEN SLUIT GEEF AAN DRAAG Enzovoorts. Probeer vooral door experimenteren erachter te komen welke werkwoorden werken in een bepaalde situatie, en welke niet. Wanneer de schrijver van een verhaal zijn werk goed gedaan heeft, dan zal de optie die u het meest logisch lijkt ondersteund worden. [Druk alstublieft op de SPATIEBALK.] "De baron" is een verhaal. Maar waar bij traditionele verhalen de tekst die de lezer voorgeschoteld zal krijgen al van tevoren vast staat, en hij of zij deze alleen maar tot zich hoeft te nemen, wordt van de lezer bij een interactief verhaal als "De baron" meer eigen inbreng verwacht. Telkens wanneer het programma een stuk tekst heeft getoond verschijnt er een prompt op het scherm, waarachter u verwacht wordt een opdracht in te typen. Door middel van deze opdrachten stuurt u het verhaal een bepaalde richting in. U speelt dus zelf een actieve rol in de fictieve wereld. Centraal in het verhaal staat een hoofdpersoon, die de computer met u identificeert. U bestuurt de hoofdpersoon door hem opdrachten te geven. Wanneer u de opdracht 'BEKIJK BED' intypt, zal de hoofdpersoon naar het bed kijken, wat een meer gedetaileerde beschrijving van dit voorwerp oplevert. Typt u 'PAK DE KNUFFEL', dan wordt de knuffel opgepakt; bij 'OPEN DEUR' zal de hoofdpersoon de deur proberen te openen; etcetera. Experimenteer vooral met deze en andere werkwoorden, een deel van het plezier van interactieve fictie is het uitzoeken wat er allemaal mogelijk is in de fictieve wereld. U dient er wel rekening mee te houden dat het programma maar een beperkte woordenschat heeft, en dus het beste in zo kort mogelijke zinnen aangesproken kan worden. Waar 'PAK DE KNUFFEL' en 'PAK KNUFFEL' allebei werken, zal 'RAAP HET PLUIZIGE BEEST OP' waarschijnlijk geen effect meer sorteren, en is 'ZOU JE ALSJEBLIEFT DE KNUFFEL WILLEN OPPAKKEN?' voor de computer helemaal niet meer te begrijpen. Probeer dus in het algemeen uw doel met korte opdrachten, gebruik makend van zo simpel mogelijke werkwoorden, te bereiken. Men dient het programma echter ook niet te onderschatten. Complexe zinnen als 'LEG DE KLEDING OP DE STOEL', 'OPEN DE DEUR MET DE BRONZEN SLEUTEL' en 'LEG ALLES OP TAFEL BEHALVE DE KRUIK' worden door veel programma's zonder moeite begrepen, als die voorwerpen althans aanwezig zijn in de fictieve wereld. Tot slot is het nuttig u te bedenken dat de complexiteit van het programma beperkt is, en dus niet een hele wereld gemodelleerd kan worden. Zo is het in het algemeen het geval dat het programma wel bijhoudt in welke kamer u bent, maar niet waar u precies in die kamer bent, of welke kan u op gedraaid staat. Opdrachten als 'LOOP NAAR DE KAST' en 'DRAAI JE OM' zullen dus in de meeste verhalen geen effect hebben. Wanneer u meer interactieve fictie leest ontdekt u vanzelf welke aspecten meestal wel, en welke meestal niet woren gemodelleerd in verhalen. [Druk alstublieft op de SPATIEBALK.] De meeste interactieve verhalen ondersteunen een aantal belangrijke meta- opdrachten. Deze hebben geen invloed op het verhaal, maar kunnen voor de lezer wel zeer nuttig zijn. SAVE: U geeft een bestandsnaam in, en de huidige stand van het verhaal wordt bewaard, zodat u er later weer naar kunt terugkeren. LOAD: U geeft een bestandsnaam in, en de daar opgeslagen positie van het verhaal wordt hersteld. Met behulp van SAVE en LOAD kunt u voorkomen dat u het verhaal opnieuw moet beginnen wanneer u iets gevaarlijks probeert te doen en dat verkeerd afloopt. RESTART: Hiermee start u het verhaal helemaal opnieuw. QUIT: Hiermij sluit u het verhaal af. Het programma zal u om een bevestiging vragen. In plaats van 'ja' en 'nee' kunt u ook 'j' en 'n' typen. UNDO: Hiermee kunt u de opdracht die u het laatst heeft ingevoerd ongedaan maken. Het spel keert terug naar de toestand waarin het daarvoor was. [Druk alstublieft op de SPATIEBALK.] Welke opdrachten een gegeven verhaal begrijpt kan sterk verschillen, maar er is een basis van algemene en zeer handige opdrachten die vrijwel elk verhaal begrijpt. De volgende opdrachten zullen u in bijna elk verhaal van pas komen; er wordt ook een Engelse variant gegeven, omdat het overgrote merendeel van de interactieve fictie nu eenmaal in het Engels is: KIJK: Ook afgekort als K. Deze opdracht laat de hoofdpersoon rondkijken, en toont u zo nogmaals de beschrijving van de kamer waar hij of zij zich in bevindt. (In het Engels: LOOK en L.) BEKIJK : Ook afgekort als B of X. De hoofdpersoon zal nauwkueriger kijken naar de persoon of het voorwerp dat u hem of haar vraagt te bekijken. Het is meestal verstandig om alles wat u belangrijk lijkt voor het verhaal te bekijken wanneer u het tegenkomt. Bekijk ook eens de dingen die u bij zich draagt, of de hoofdpersoon zelf: BEKIJK ME, X MIJ, of iets dergelijks. (In het Engels: EXAMINE en X.) INVENTARIS: Ook afgekort als I. Dit commando toont alles wat de hoofdpersoon bij zich draagt; dus alles wat u heeft opgepakt, en eventuele dingen die de hoofdpersoon al vanaf het begin van het spel bij zich had. Het is vaak een goed idee I te typen aan het begin van een verhaal. (In het Engels: INVENTORY of I.) GA : Er zijn tien standaard richtingen: NOORD, ZUID, WEST, OOST, ZUIDWEST, ZUIDOOST, NOORDWEST, NOORDOOST, OMHOOG en OMLAAG. Deze kunnen allemaal afgekort worden, tot respectievelijk: N, Z, W, O, ZW, ZO, NW, NO, H en L. Bovendien kan het GA commando weggelaten worden: GA NOORD, NOORD, GA N en N hebben dus allemaal hetzelfde effect. Sommige verhalen laten ook andere manieren van voortbewegen toe: GA IN AUTO, bijvoorbeeld, of GA NAAR SLAAPKAMER. Dat zal u zelf moeten uitzoeken. (In het Engels: N, S, W, E, SW, SE, NW, NE, U, D. Vergeet daar ook de werkwoorden ENTER en EXIT niet.) Een korte lijst met werkwoorden die voor zichzelf spreken: PAK of NEEM LEG , LEG NEER of LAAT VALLEN LEG OP OPEN SLUIT GEEF AAN DRAAG Enzovoorts. Probeer vooral door experimenteren erachter te komen welke werkwoorden werken in een bepaalde situatie, en welke niet. Wanneer de schrijver van een verhaal zijn werk goed gedaan heeft, dan zal de optie die u het meest logisch lijkt ondersteund worden. [Druk alstublieft op de SPATIEBALK.] In Maartjes kamer Zonder Maartjes stralende aanwezigheid lijkt haar kamer doods en leeg. Het geeft een droeve aanblik: een bed waar niet in geslapen wordt, een poppenhuis waar niet mee gespeeld wordt, een bureau waaraan niet gestudeerd wordt. De bonte kleuren waarin jij haar plafond en meubilair geverfd hebt verschijnen in het bleke licht van de sterren als een waaier aan grijstinten. De deur in het zuiden leidt terug naar de overloop. Je ziet een knuffelbeer. >praat met beer Dat kun je alleen met een levend wezen doen. > *aha. Ik was in de help aan het zoeken naar de juiste "praatsyntax" misschien is het handig om daar 1-2 regels over toe [Commentaar bewaard.] >*te voegen. [Commentaar bewaard.] >neem beer mee Gepakt. >z Op de overloop De overloop is gehuld in een schemerig duister. Maanlicht schijnt naar binnen door de open deur naar de slaapkamer in het zuiden. Aan de noordkant van de overloop staat de rode deur naar Maartjes kamer op een kier. Naast de trap naar beneden staat een elegant kastje, waarboven een grote spiegel in een vergulde lijst prijkt. >x kastje Dit sierlijk gesneden kastje is een van de weinige meubels in huis die je niet zelf gemaakt hebt: het komt uit de erfenis van Hildes grootmoeder. De twee deurtjes aan de voorkant sluiten niet helemaal goed, een mankement dat je al jaren van plan bent te verhelpen, maar waar het nooit van komt. >x deurtjes Gemaakt van hetzelfde kersenhout als de rest van het kastje zijn ze door de tand des tijds enigszins scheef in hun scharnieren komen te hangen. >open deurtjes Je opent het kastje, en onthult een fotoboek. >x fotoboek In dit dikke boek plakt Hilde alle foto's die van jullie gezinnetje gemaakt worden, al vanaf de geboorte van Maartje. Je slaat het fotoalbum open, en ziet het geboortekaartje van Maartje. Negentien december, slechts enkele dagen voor kerstmis. Je slaat om, en daar ligt ze als baby in bad. Hilde, uitgeput in het ziekenhuisbed, houdt een huilende Maartje lachend in haar armen. Jijzelf, apetrots, houdt haar omhoog naar de fotograaf. De grootouders van beide kanten staan om het ziekenhuisbed. Even laat je je mee drijven op een stroom van gelukzalige herinneringen, maar de gedachte aan de baron brengt je al snel terug naar de realiteit. Verstoord kijk je op. Er staan nog meer foto's in het album. >x fotoboek Je bladert verder door het album, en ziet Maartje steeds verder opgroeien. Tientallen gelukkige momenten uit een idyllische jeugd zijn hier vereeuwigd. Maanden heb je in het geheim in de schuur gewerkt aan een poppenhuis voor Maartjes vierde verjaardag. Drie verdiepingen, met deurtjes en raampjes die open en dicht kunnen, allerhande meubels, en houten popjes met fijn gesneden gezichten die de woning kunnen bevolken. Hilde heeft gordijntjes gemaakt, vloerkleedjes en kleertjes voor de poppen. Nu staat het prachtige resultaat in kleurig feestpapier verpakt in een hoek van de kamer, en Maartje rent er op af en scheurt het papier aan repen. Ze slaakt een kreetje van verbazing, en kijkt dan minutenlang verwonderd naar het poppenhuis, opent de deurtjes, beweegt de poppen, doet de gordijnen dicht. Dan draait ze zich om, en rent lachend naar jullie toe om je te bedanken. Haar hoge gekir klinkt nu, acht jaar later, nog na in je oren. >x fotoboek Je bladert verder door het album, en ziet Maartje steeds verder opgroeien. Tientallen gelukkige momenten uit een idyllische jeugd zijn hier vereeuwigd. Het is midden in de zomer, en jullie zijn gedrieën het bos in getrokken voor een ouderwetse picknick. De zevenjarige Maartje rent steeds vooruit, terwijl Hilde en jij met de zware mand tussen jullie in gestaag tempo over het pad lopen. "Pappie!," roept ze plotseling, ergens links van jullie uit het bos. "Pappie, kom eens kijken!" Hilde, rolt haar ogen en neemt de mand met twee handen vast, zodat jij vrij bent het bos in te duiken. Een meter of twintig van het pad af staat ze bij een buddleia waar zoveel koolwitjes omheen zwermen dat de paarse bloemen nauwelijks te zien zijn. "Kijk pappa!," roept ze, en springt naar de struik toe. Alle vlinders vliegen op, en voor een moment is ze een engel in een witte wolk van vleugels. >x fotoboek Je bladert verder door het album, en ziet Maartje steeds verder opgroeien. Tientallen gelukkige momenten uit een idyllische jeugd zijn hier vereeuwigd. Het is een half jaar later, in de ijzige wintermaanden. Met Maartje ben je gaan sleeën over het dikke pak sneeuw dat zich de afgelopen dagen over het dorp heeft afgezet. Jullie zijn helemaal naar de top van de Barentopf gesleed. "Pappa, m'n handen doen zeer," klaagt Maartje. "Ze zijn zo koud." Voorzichtig neem je haar kleine in jouw grote handen, en wrijf je ze warm. Je buigt je voorover en zoent haar op haar koude voorhoofd. >x fotoboek De laatste foto's in het album zijn van Maartjes negende verjaardag. Verbaasd sla je lege pagina's hierna om. Slechts de lijmresten van fotoplakkertjes doorbreken het egale zwart waar de foto's van de afgelopen drie jaren zouden moeten prijken. > Pardon? >l Behoedzaam zoek je je weg door de duisternis naar beneden. In de gang neem je even de tijd om je lange winterjas aan te trekken, en dan open je de voordeur en stap je naar buiten de tuin in. In de tuin Ook je voortuin is bedolven onder een dikke laag sneeuw, die alle planten aan het zicht onttrekt. Alleen een paar kale struiken die zich tegen het tuinhek aan schurken steken door de witte deken heen. Achter je leidt de voordeur terug het huis in, terwijl de weg naar het oosten zich door het dorp en het woud heen naar het kasteel van de baron slingert. Vanuit zijn onbereikbare hoogte kijkt de maan verwijtend op je neer. Het uiterste puntje van de kerktoren steekt boven de huizen aan de overkant uit. Je ziet een brievenbus (die dicht is) en een bijl. >pak bijl Gepakt. >verscheur de brief Ik begrijp alleen het gedeelte: verscheur de maan. >Check (de brievenbus) Een kleine brievenbus hangt aan de buitenkant van het tuinhek. >open brievenbus Je opent de brievenbus, en onthult een brief van de baron. >verscheur de brief Woedend verscheur je de brief in tientallen kleine snippertjes. Hoe durft hij! "Ik houd van haar," schrijft hij - vast! De gewetenloze schurk... >pak de snippers Gepakt. >o Heel even aarzel je, maar dan stap je vastbesloten de weg naar het donkere woud op. In het dorp is geen teken van leven te bekenen. Langzaam wordt je boos op al je buren en mededorpelingen. Waar zijn ze wanneer je ze nodig hebt? Waarom is er niet één bij die het lef heeft Maartje te bevrijden? Een gebrek aan liefde - dat is wat mensen in staat stelt de problemen van anderen te negeren. Iedereen weet wat er aan de hand is, maar niemand doet iets, omdat niemand zich verantwoordelijk voelt. Na enkel minuten bereik je de rand van het bos. Alsof je de donkere muil van een enorm en kwaadaardig beest in loopt, zo is het om het pad onder het overhangende bladerdek van de naaldbomen te volgen. Het licht van de maan bereikt de grond nauwelijks, en meermaals struikel je over grote takken die als valstrikken onder de sneeuw liggen te wachten. Met ferme tred stap je verder, terwijl je probeert te bedenken hoe je het gemakkelijkst het kasteel van de baron in kan komen. Dan wordt je uit je overpeinzingen opgeschrikt door het gehuil van wolven. Het is moeilijk schatten, maar je zou verbaasd zijn als ze meer dan een kilometer van je verwijderd zijn. En het is nog zeker tien kilometer oostwaards naar het kasteel van de baron. Lopend op een pad in het woud Op de meest zonnige dagen is het al schemerig in dit dichte naaldbos, en in het holst van deze winternacht is het pikdonker. Een nauwelijks als zodanig herkenbaar pad loopt van het dorp in het westen naar het kasteel in het oosten. Te dichtbij, van links, klinkt het gehuil van een roede wolven. In dit jaargetij is er geen wild te vinden, en zijn de wolven hongerig, brutaal en zelfs voor mensen gevaarlijk. > kijk rond Ik begrijp alleen het gedeelte: kijk. >kijk Lopend op een pad in het woud Op de meest zonnige dagen is het al schemerig in dit dichte naaldbos, en in het holst van deze winternacht is het pikdonker. Een nauwelijks als zodanig herkenbaar pad loopt van het dorp in het westen naar het kasteel in het oosten. Te dichtbij, van links, klinkt het gehuil van een roede wolven. In dit jaargetij is er geen wild te vinden, en zijn de wolven hongerig, brutaal en zelfs voor mensen gevaarlijk. >x o Je ziet niets bijzonders aan het oosten. >o Op een pad in het woud Het pad is hier smal en kronkelig, en in de sneeuw nauwelijks te herkennen. Maanlicht schijnt slechts hier en daar tussen de beladen takken van de dennen door. Oostwaards ligt het kasteel van de baron, naar het westen leiden je voetstappen terug naar het dorp. Vanuit de bomen aan de linkerkant van het pad springt plots een donkere schim naar voren. Het is een wolvin; ze blijft op enkele meters afstand van je staan, midden op het pad, jou fixerend met twee ogen waarin de maan zich spiegelt. Uit haar keel klinkt een fel gegrom. >x wofl Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x wolf Voor een wolvin is ze groot en buitengewoon fel, maar het is duidelijk dat de winter zijn tol eist: ze is mager, haast vel over been, en haar vacht is vuil en glansloos. De wolvin open haar bek, twee rijen scherpe tanden ontblotend. Vanuit het bos sluipt een tweede gestalte naar haar toe: een nog jonge wolf, uitzonderlijk mager. >x jonge wolf Het jonge wolfje heeft net als zijn moeder een donkergrijze vacht, vies en glansloos geworden door ontberingen. Je kan al zijn ribben tellen, zo mager is het; als de moeder niet snel prooi vindt zal het de winter niet overleven. Aarzelend zet de wolvin twee stappen in je richting. In haar gegrom klinkt naast felheid ook angst mee. >kus de wolf Zenuwachtig slik je, maar dan steek je je hand uit naar de wolf, terwijl je zachtjes lieve woordjes begint te mompelen. "Kom maar, wolfje. Kom maar. Lieve wolf. Lief, ja, lieve wolf. Kom maar..." Aarzelend komt de wolvin dichterbij, onzeker over jouw intenties. Even ruikt ze aan je hand, likt hem dan. Jij zet je op je knieën in de sneeuw, kwetsbaar, en streelt zachtjes over de kop van de wolf. Ze loopt nog dichter naar je toen, en likt je gezicht. Je slaat je armen om haar hals heen, lachend. (1) Kalmeer de wolvin volledig. (2) Breek haar nek. Selecteer een optie >> 1 "Goed zo, rustig maar. We willen allebei niet vechten, wel?", zeg je zachtjes in haar oor. Alle spanning verdwijnt uit haar spieren. Minutenlang blijven jullie zo zitten: jij omarmt haar, zij laat haar kop op je schouder rusten. Ook het jonge wolfje kruipt, na enig twijfelen, dicht tegen je aan. Maar je kan Maartje en het belang van je queeste niet uit je hoofd zetten. Je laat de wolvin los en staat op. "Het spijt me, maar ik kan verder niets voor je doen. Ik moet gaan, om mijn dochter te redden." De beide wolven kijken je begrijpend aan. Dan lopen ze op hun gemak terug het bos in, op zoek naar een andere prooi die hun leven kan redden. >o Op een pad in het woud Vanaf dit stuk van het kronkelige bospad kan je het kasteel van de baron in het oosten zien oprijzen. Het silhouet met de drie scheve torens staat afgetekend tegen de sterrenhemel. Een spoor van voetstappen - de jouwe - geeft het pad in het westen aan. Hier, zo dicht bij het domein van de baron, zijn zelfs de wolven stil. >x voetstappen Ze staan precies waar jij gelopen hebt, vanuit het westen hierheen. >x slot Het kasteel van de baron is een wonderlijk bouwwerk: het heeft drie grote torens, waarvan de buitenste twee naar buiten hellen. De middelste toren, breder en hoger dan de andere, lijkt altijd te leunen naar de kant waarvan je hem bekijkt. In het slot brandt voor zover je kan zien geen enkel licht. >o Bij de poort van het kasteel De ophaalbrug van het kasteel is neergelaten, twintig meter houten planken waarmee je de diepe slotgracht in het noorden kunt oversteken. Aan het andere einde bewaakt de massieve toegangspoort de ingang tot het slot; maar de deuren staan wagenwijd open. De drie torens lijken vanaf hier tot aan de hemel te reiken, en de vele waterspuwers en gargouilles die de muren bevolken geven het kasteel een zeer onvriendelijk uiterlijk. Het geluid van vleugelslagen doet je omhoog kijken, waar de kantelen, torens en monsterlijk grote waterspuwers van het kasteel zich aftekenen tegen de sterrenhemel. Een van de gargouilles heeft zijn vleugels gespreid, en zeilt met trage slagen naar de ophaalbrug beneden. Enkele meters voor je landt hij, een stenen demon zo groot als een man. Twee inktzwarte ogen staren je aandachtig aan. Dan zegt de gargouille met een stem als scheurende rots: "Gespannenheid is een slechte basis voor oordelen; met gemoedsrust keert de wijsheid weer. Maar is wie altijd zijn emoties kalmeert nog wel in staat te handelen wanneer het er op aankomt?" (1) "Ja. Alleen in afstandelijke, rationele beschouwing kunnen alle voors en tegens goed tegen elkaar worden afgewogen en de juiste beslissing gemaakt. Wie zich door zijn lusten en onlusten laat leiden zal niets dan verdriet oogsten." (2) "Nee. Maar in mijn hart brandt het vuur van de woede, en dat geeft mij de kracht om de ware schuldige - de baron - te confronteren en te dwingen, op welke wijze dan ook, mijn dochter te laten gaan. Mijn gevoelens zijn verre van dood." (3) "Voor handelen is alleen wil nodig, en de wil is onafhankelijk van het gevoel. Een wilskrachtig persoon zal het noodzakelijke kunnen doen, ook wanneer hij niets voelt. Voor een persoon met een zwakke wil zal zelfs de heftigste emotie te weinig zijn." Selecteer een optie >> 2 De gargouille kijkt bedachtzaam, alsof hij je antwoord in overweging neemt. Dan knikt hij kort. "Opnieuw kom je hier, om opnieuw hetzelfde te bereiken. Geloof je nog dat het ooit anders zal aflopen?" (1) "Je vergist je. Dit is de eerste maal dat ik hier kom." (2) "'Opnieuw'? Bedoel je dat ik al vaker hier geweest ben, al vaker het kasteel van de baron ben binnen gedrongen?" (3) "Opnieuw en opnieuw en opnieuw, en zo door de eeuwigheid, totdat het me lukt er een einde aan te maken. Er is altijd nog een kans." (4) "Nee, ik kan niet veranderen. Ik heb het geprobeerd, dat weet je. Maar de cirkel van het noodlot is te sterk: ik ben gedoemd voor eeuwig rond te lopen, en met elke rondgang verf ik mijn ziel een tint zwarter." Selecteer een optie >> 3 "Zo vertel je me, iedere nacht." De gargouille buigt zich naar je toe, zodat jullie gezichten op dezelfde hoogte en slechts enkele decimeters van elkaar zijn. "Maar is er echt altijd nog een kans? Hoe weet je dat je niet, net als ik, veroordeeld bent tot de eeuwige wederkeer van het leed?" (1) "Weten doe ik niets, maar ik blijf hopen. Pas wanneer ik de hoop verloren heb zal ik echt een gevangene van mijn daden zijn geworden." (2) "Omdat ik, diep van binnen, mens ben gebleven. Ik ben altijd blijven vechten tegen mijn lot. Elke nacht opnieuw heb ik deze tocht ondernomen, nog nooit heb ik de moed opgegeven. Eens zal ik mezelf overwinnen. Misschien niet vannacht, misschien niet dit jaar, maar ooit zal het lukken." (3) "Stil! Probeer me niet met jouw pessimisme te infecteren. Er bestaat altijd de kans dat er iets gebeurt dat mij bevrijdt!" Selecteer een optie >> 2 "Mens, ja. Al te veel mens, misschien - maar wie ben ik om dat te beoordelen? Zolang je blijft vechten is er hoop; ik hoop alleen dat je weet tegen wie je moet vechten." (1) "Ik moet vechten tegen de baron." (2) "Ik moet vechten tegen mijzelf." (3) "Ik moet vechten tegen de onverschilligheid van wereld." Selecteer een optie >> 2 "Heel juist. Dwazen denken dat dat het gemakkelijkste gevecht is; wijzen weten dat het het lastigste is." De gargouille kijkt je even onderzoekend aan. "Ik voer ook strijd tegen mijzelf. Zou je mijn verhaal willen horen?" (1) "Graag. Het lijkt me heel leerzaam." (2) "Ik heb daar geen tijd voor. Het gevecht wacht." Selecteer een optie >> 2 "Natuurlijk. Vergeef me, ik wilde je niet ophouden." Zijn stem is dof. Dan draait de gargouille zich om en stijgt met enkele slagen van zijn zwarte vleugels op. Voor je nog iets kunt uitbrengen verdwijnt hij in het duister van de nacht. > Pardon? >ga het kasteel binnen De hal van het kasteel Achter een façade van gaafheid gaat een heuse ruïne schuil. De helft van de muren van de geheel lege grote hal is ingestort, en de maan schijnt ongehinderd naar binnen langs het skelet van een dak. De rest van het kasteel is er niet beter aan toe: grote, ondergesneeuwde hopen steen geven aan waar vroeger gebouwen hebben gestaan. Alleen in het oosten leidt een doorgang naar een zaal die nog redelijk intact is. Van het gebouw in het westen staan nog een aantal muren overeind, en in het noordwesten kronkelt een smal pad tussen een rotsblok en een massief beeld door naar de binnenplaats. >save Enter a file name. Default is "a1baron.sav": Ok. >w Geruïneerd bijgebouw Afbrokkelende muurtjes steken boven het puin uit, en geven zo een indruk hoe het gebouw er vroeger uit heeft gezien. Nu is er geen enkel teken van leven meer, en alleen de stenen herinneren zich nog hoe hier ooit de bedienden leefden, lachten en de liefde bedreven. Wat over is van de grote hal van het kasteel ligt in het oosten; in het noorden kan je je tussen de resten van de ruïne door een weg naar de binnenplaats banen. In een hoek van de ruïne ligt een hoop stenen die niet door sneeuw bedekt zijn. Je ziet ook een doorweekte pagina. >x pagina Een vel papier dat nat is geworden, zodat de met zwarte inkt geschreven zinnen - het aandachtige handschrift van een meisje - slechts hier en daar ontcijferbaar zijn. "... nog van mij? Waarom komt hij..." "Wie kan ik om hulp vragen... mamma... niemand weet" "...braaf. Ik zal doen wat hij zegt, en niet..." > Pardon? >x hoop stenen Hoofdgrote stenen vormen een rommelige hoop. Er ligt bijna geen sneeuw op, terwijl de rest van het kasteel onder een centimeters dikke laag is bedolven. >graag de stenen weg Dat is geen werkwoord dat ik ken. >graaf de stenen weg Ik begrijp alleen het gedeelte: graaf de hoop stenen. >verplaats de stenen Welk voorwerp bedoel je precies als je zegt "verplaats de hoop stenen naar"? >o Dat kan niets bevatten. >verplaats de stenen naar opzij Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x stenen Hoofdgrote stenen vormen een rommelige hoop. Er ligt bijna geen sneeuw op, terwijl de rest van het kasteel onder een centimeters dikke laag is bedolven. >pak de stenen De stenen zijn zwaar, maar met de nodige moeite lukt het je om ze opzij te duwen en te rollen. Onder de stapel blijkt een metalen luik in de grond te zitten. >open luik Je opent het luik. >x l Je ziet niets bijzonders aan de vloer. >l Een vochtige kerker In het zwakke schijnsel dat door het luik komt kan je net ontwaren dat dit een kerker is geweest. Langs een van de muren bakent traliewerk een kleine cel af, waarin je nog botten, ketens en - vreemd genoeg - een uitgemergelde moederpop ziet liggen. Aan de andere kant van de kerker staan twee martelwerktuigen: een rek en een ijzeren maagd. Waterdruppels vallen met onregelmatige tussenpozen van het plafond op de koude stenen vloer. Je hoort het zwijgen van verstilde stemmen. Op het rek is een uitgerekte vaderpop. >x vaderpop De pop is een centimeter of veertig groot, bebaard en gekleed als een volwassen man. Door de martelingen op het rek heeft hij zijn beste tijd gehad: de ledematen zijn langer dan ze zouden moeten zijn en op het gezicht van de pop ligt een uitdrukking van constante pijn. >x poppen Je kan alleen met de afzonderlijke poppen handelingen uitvoeren. >x moederpop Wat er precies met haar gebeurd is is lastig te zeggen, maar deze in vrouwenkleding gestoken pop lijkt bleker en magerder dan de bedoeling geweest kan zijn. Alsof zij al lange jaren onvoldoende voedsel binnen krijgt, of van binnenuit verteerd wordt door zorgen. >praat met moederpop Dat kun je alleen met een levend wezen doen. >x cel De cel is minder dan een meter breed, maar wel zes meter lang. Ketens hangen aan de muur, en een skelet ligt verslagen op de grond, zijn armen door de tralies uitgestrekt, als bedelde hij om voedsel of drinken. In de cel is een uitgemergelde moederpop. >x skelet Het is duidelijk het skelet van een volwassen persoon, die kennelijk ooit in deze kerker aan zijn lot is overgelaten en eenzaam gestorven. Aan de ene kant is het afschuwelijk, en wil je liever niet aan zijn of haar lot denken; aan de andere kant ben je opgelucht dat het duidelijk niet de stoffelijke resten van Maartje zijn. >open cel De deur van de cel lijkt op slot te zitten. >open de cel met sleuteltje Je steekt het koperen sleuteltje in het slot van de deur, dat vier maten te groot lijkt, en draait het voorzichtig rond. Met een zachte klik springt het slot open. >x cel De cel is minder dan een meter breed, maar wel zes meter lang. Ketens hangen aan de muur, en een skelet ligt verslagen op de grond, zijn armen door de tralies uitgestrekt, als bedelde hij om voedsel of drinken. In de cel is een uitgemergelde moederpop. >ga de cel in Je kunt de cel niet binnengaan wanneer deze dicht is. >op cel Dat is geen werkwoord dat ik ken. >open cel Je trekt hard aan de ijzeren deur, die piepend en krakend op zijn roestige scharnieren naar buiten openzwaait. >ga de cel in Je loopt de nauwe cel binnen. >x Welk voorwerp bedoel je precies als je zegt "onderzoek"? >kijk Een vochtige kerker (in de cel) In het zwakke schijnsel dat door het luik komt kan je net ontwaren dat dit een kerker is geweest. Langs een van de muren bakent traliewerk een kleine cel af, waarin je nog botten, ketens en - vreemd genoeg - een uitgemergelde moederpop ziet liggen. Aan de andere kant van de kerker staan twee martelwerktuigen: een rek en een ijzeren maagd. Waterdruppels vallen met onregelmatige tussenpozen van het plafond op de koude stenen vloer. Je hoort het zwijgen van verstilde stemmen. Op het rek is een uitgerekte vaderpop. In de cel zie je een uitgemergelde moederpop. >x moederpop Wat er precies met haar gebeurd is is lastig te zeggen, maar deze in vrouwenkleding gestoken pop lijkt bleker en magerder dan de bedoeling geweest kan zijn. Alsof zij al lange jaren onvoldoende voedsel binnen krijgt, of van binnenuit verteerd wordt door zorgen. >x cel De cel is minder dan een meter breed, maar wel zes meter lang. Ketens hangen aan de muur, en een skelet ligt verslagen op de grond, zijn armen door de tralies uitgestrekt, als bedelde hij om voedsel of drinken. In de cel is een uitgemergelde moederpop. >pak moederpop Gepakt. >x skelet Het is duidelijk het skelet van een volwassen persoon, die kennelijk ooit in deze kerker aan zijn lot is overgelaten en eenzaam gestorven. Aan de ene kant is het afschuwelijk, en wil je liever niet aan zijn of haar lot denken; aan de andere kant ben je opgelucht dat het duidelijk niet de stoffelijke resten van Maartje zijn. >pak vaderpop Daar kan je vanuit de cel niet bij. >verlaat de cel Je loopt de nauwe cel weer uit. >pak vaderpop Je bevrijdt de vaderpop uit zijn benarde positie. >x poppen Je kan alleen met de afzonderlijke poppen handelingen uitvoeren. >i Je hebt bij je: een uitgerekte vaderpop een uitgemergelde moederpop een hoop stenen enkele snippers een bijl een winterjas (gedragen) een knuffelbeer een dagboek een sierlijk sleuteltje je werkkleding (gedragen) >kijk Een vochtige kerker In het zwakke schijnsel dat door het luik komt kan je net ontwaren dat dit een kerker is geweest. Langs een van de muren bakent traliewerk een kleine cel af, waarin je nog botten en ketens ziet liggen. Aan de andere kant van de kerker staan twee martelwerktuigen: een rek en een ijzeren maagd. Waterdruppels vallen met onregelmatige tussenpozen van het plafond op de koude stenen vloer. Je hoort het zwijgen van verstilde stemmen. >x ijzeren maagd Van buiten ziet de ijzeren maagd eruit als een metalen sarcofaag waar de beeltenis van een meisje op gegraveerd is. Van binnen, zo weet je, zitten scherpe punten die van overal in het lichaam van de ongelukkige zouden binnendringen die erin werd opgesloten. Meestal werden ze zo geplaatst dat de vitale organen niet geraakt werden, zodat de lijdensweg van het slachtoffer extra lang duurde. Wanneer de deuren dicht zijn, zoals nu, is de maagd geluidsdicht. >x meisje Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x sarcofaag Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >open ijzeren maagd Je opent de zware metalen deuren van de ijzeren maagd, die van binnen met scherpe punten bezet zijn. Ook de binnenkant van de maagd zelf zit vol metalen punten. Gespiest op één van hen hangt een kleine dochterpop. >x dochterpop Het kleine popje hangt hulpeloos aan een ijzeren punt die dwars door haar lichaam steekt. Ze kijkt je aan met een blik van pure wanhoop. >pak de dochterpop Gepakt. >x waterdruppels Kleine druppels water verzamelen zich op het plafond en vallen, wanneer ze groot genoeg zijn geworden, naar beneden om op de vloer weer te pletter te vallen. >sluit ijzeren maagd Met een rilling van afgrijzen sluit je de deuren weer. >x beeltenis Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >h Geruïneerd bijgebouw Afbrokkelende muurtjes steken boven het puin uit, en geven zo een indruk hoe het gebouw er vroeger uit heeft gezien. Nu is er geen enkel teken van leven meer, en alleen de stenen herinneren zich nog hoe hier ooit de bedienden leefden, lachten en de liefde bedreven. Wat over is van de grote hal van het kasteel ligt in het oosten; in het noorden kan je je tussen de resten van de ruïne door een weg naar de binnenplaats banen. Je ziet een doorweekte pagina. >luister Je sluit je ogen en luistert, luistert naar de stem van de stenen die eeuwig de geschiedenis herhalen. Mensen lachen. In een andere kamer foetert een vrouw iemand uit; je kan de woorden niet verstaan, maar de lijn van haar verhaal is duidelijk. Een geroezemoes van stemmen komt van alle kanten, een brei van woorden en stemmingen die je geheel omgeeft als een warme deken. Boven alles uit klinkt, sereen en droevig, een gefloten wijsje. Je opent je ogen weer, en het gefluit en de stemmen verstommen. Alleen het huilen van de wind verbreekt hier de sombere stilte. >praat met dochterpop Dat kun je alleen met een levend wezen doen. >streel dochterpop Je voelt niets onverwachts. >kus dochterpop Dat kun je alleen met een levend wezen doen. >x briefje Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x pagina Een vel papier dat nat is geworden, zodat de met zwarte inkt geschreven zinnen - het aandachtige handschrift van een meisje - slechts hier en daar ontcijferbaar zijn. "... nog van mij? Waarom komt hij..." "Wie kan ik om hulp vragen... mamma... niemand weet" "...braaf. Ik zal doen wat hij zegt, en niet..." > Pardon? >pak pagina Gepakt. >kijk Geruïneerd bijgebouw Afbrokkelende muurtjes steken boven het puin uit, en geven zo een indruk hoe het gebouw er vroeger uit heeft gezien. Nu is er geen enkel teken van leven meer, en alleen de stenen herinneren zich nog hoe hier ooit de bedienden leefden, lachten en de liefde bedreven. Wat over is van de grote hal van het kasteel ligt in het oosten; in het noorden kan je je tussen de resten van de ruïne door een weg naar de binnenplaats banen. >o De hal van het kasteel Achter een façade van gaafheid gaat een heuse ruïne schuil. De helft van de muren van de geheel lege grote hal is ingestort, en de maan schijnt ongehinderd naar binnen langs het skelet van een dak. De rest van het kasteel is er niet beter aan toe: grote, ondergesneeuwde hopen steen geven aan waar vroeger gebouwen hebben gestaan. Alleen in het oosten leidt een doorgang naar een zaal die nog redelijk intact is. Van het gebouw in het westen staan nog een aantal muren overeind, en in het noordwesten kronkelt een smal pad tussen een rotsblok en een massief beeld door naar de binnenplaats. >x beeld Twee meter hoog, in grijs graniet, staat hier het imposante standbeeld van een adellijke man. Zijn gezicht is door weer en wind zo aangetast dat je naar zijn gelaatstrekken slechts kan gissen. >x rotsblok Groot en ongenaakbaar, van zwart graniet in plaats van de lichtere steen waar het kasteel uit gebouwd was, draagt het rotsblok een kap van wit poeder. Er zijn kleine tekens in gekerfd. >x tekens Het maanlicht is te zwak om de kleine inkervingen te kunnen lezen. >o De eetzaal De grote eetzaal is minder aangetast door het verval dan de meeste andere delen van het kasteel. Maanlicht schijnt door enkele gaten in het dak, waaronder zich hopen half gesmolten sneeuw hebben verzameld. Een lange houten tafel, met een stoel aan elk uiteinde, staat er ondanks zijn lengte verloren bij in de verder lege ruimte. Af en toe hoor je een vleermuis langsvliegen. Een deuropening leidt terug naar de hal in het westen. Een enkele toorts aan de muur verspreidt flikkerend geel licht. Op de eettafel is een gescheurde pagina. >pak toorts Gepakt. >lees pagina (de doorweekte pagina) Een vel papier dat nat is geworden, zodat de met zwarte inkt geschreven zinnen - het aandachtige handschrift van een meisje - slechts hier en daar ontcijferbaar zijn. "... nog van mij? Waarom komt hij..." "Wie kan ik om hulp vragen... mamma... niemand weet" "...braaf. Ik zal doen wat hij zegt, en niet..." >x gescheurde pagina Een vel papier, verfrommeld en gescheurd, waarop met zwarte inkt geschreven zinnen - het aandachtige handschrift van een meisje - helder leesbaar hun verhaal vertellen. Vannacht is het weer gebeurd. Zal het dan nooit ophouden? Zal ik nooit meer vrij en gelukkig kunnen zijn? En zelfs als het ophoudt - kan ik de angst en de nachtmerries nog wel kwijtraken? Ik haat hem, ik haat mezelf, ik haat mijn leven. Al mijn vreugde wordt tot as in het vuur van zijn lust... >pak pagina (de doorweekte pagina) Je hebt hem al. >*slecht.. ik wil de andere pagina hebben [Commentaar bewaard.] >pak gescheurde pagina Gepakt. >w De hal van het kasteel Achter een façade van gaafheid gaat een heuse ruïne schuil. De helft van de muren van de geheel lege grote hal is ingestort, en de maan schijnt ongehinderd naar binnen langs het skelet van een dak. De rest van het kasteel is er niet beter aan toe: grote, ondergesneeuwde hopen steen geven aan waar vroeger gebouwen hebben gestaan. Alleen in het oosten leidt een doorgang naar een zaal die nog redelijk intact is. Van het gebouw in het westen staan nog een aantal muren overeind, en in het noordwesten kronkelt een smal pad tussen een rotsblok en een massief beeld door naar de binnenplaats. >x tekens Bij het licht van de toorts buig je je over de onhandige, hoekige letters. Je leest: "IK BEN BANG. HIJ DOET ME PIJN. ALS JE DIT LEEST, HELP ME DAN!" Maartje die schreeuwt met een stem zonder klank. >nw Op de binnenplaats Vanaf hier is de staat van het kasteel goed zichtbaar. Beide kleinere torens zijn van binnen geheel ingestort, en kunnen onmogelijk nog beklommen worden. Daarentegen ziet de grote toren, die aan de noordkant van de binnenplaats ligt, er nog vrijwel intact uit. De meest gebouwen zijn tot niets meer dan een hoop puin gereduceerd; alleen een ruïne in het zuiden en twee zalen in het zuidoosten hebben nog enige structuur. >x torens De twee kleinere torens markeren de hoeken van het driehoekige kasteel die aan de voorkant liggen, waar ook de poort is. Beide hellen vervaarlijk naar buiten over, en vanaf hier kan je zien dat ze van binnen geheel zijn ingestort. >n Onderin de middelste toren De cirkelvormige ruimte ligt vol met stapels papier die zonder zichtbare organisatie zijn neergelegd. Verschillende stapels zijn omgevallen, maar blokkeren net niet de weg naar de trap die zich in het midden van de toren omhoog wentelt. Twee paar modderige voetstappen - het ene van een volwassene met zware laarzen, het andere van een kind op blote voeten - lopen vanaf de deur in het zuiden naar de trap. >x papier Grote stapels papieren liggen overal in de ruimte, chaotisch overhellend en op elkaar leunend. Je grijpt er willekeurig enkele vellen uit en bekijkt ze. Ze zijn allemaal identiek aan de brief die de baron elke nacht in je brievenbus laat bezorgen. Woedend smijt je de vellen weer op een stapel neer. >x trap De stenen trap voert stijl omhoog. >save Enter a file name. Default is "a1baron.sav": Ok. >verbrand de papieren Je houdt de toorts tegen een stapel papier aan, die onmiddellijk in de fik vliegt. >vloek Je vloekt hartgrondig. Het vuur slaat van de ene stapel op de andere over, sneller dan je had kunnen vermoeden. De halve zaal brandt reeds, en de weg naar buiten wordt door het vuur versperd. Een dikke rook stijgt op van het brandende papier. >z Brandende stapels versperren de weg naar buiten. De hitte is haast ondraaglijk; overal waar je kijkt zie je nu vlammen. Zwarte rook vult je longen. >h Je rent de met rook gevulde trap op, die rond en rond draait totdat je bijna bovenin de toren moet zijn. Als een engel der wrake stap je uit de rook naar voren, een grote kamer in. De kamer van de baron De ruimte is sober ingericht en donker, slechts verlicht door de kaarsen van één enkele kroonluchter. In het midden van de zaal ligt een berenvel; aan de wanden hangen de opgezette koppen van wolven, elanden en andere grote zoogdieren. Naast het berenvel staat een grote stenen troon, ingezet met felle robijnen die het licht van de kroonluchter duizendvoudig weerspiegelen. Achter de troon, aan de noordkant van de kamer, zijn twee grote bronzen deuren. Op de troon zit de baron. >i Je hebt bij je: een gescheurde pagina een toorts (lustig brandend) een doorweekte pagina een gespieste dochterpop een uitgerekte vaderpop een uitgemergelde moederpop een hoop stenen enkele snippers een bijl een winterjas (gedragen) een knuffelbeer een dagboek een sierlijk sleuteltje je werkkleding (gedragen) >*ah, ik heb alles nog :) [Commentaar bewaard.] >x berenvel Een bruine beer staart je met domme ogen aan vanaf de grond, alsof hij voor immer verbaasd is zich in deze situatie te bevinden. Echt prettig kan het ook niet zijn, wanneer je hele innerlijk je is afgenomen. "Welkom in mijn nederige domein," zegt de baron ironisch. >x baron Een gespierde man, achterin de veertig, heeft een hermelijnen mantel strak om zich geen getrokken. Een sardonische glimlach speelt om zijn lippen, terwijl hij af en toe even met zijn vingers op zijn troon tikt of de zware kroon die zijn hoofd tooit iets verplaatst. De baron bestudeert zijn nagels alsof ze het interessantste in de wereld zijn. "Uiteraard zou ik je iets aanbieden, maar ik heb toevallig niets in huis." >geeft niet hoor... Dat is geen werkwoord dat ik ken. >"geeft niet hoor..." Dat is geen werkwoord dat ik ken. >zeg: "geeft niet hoor" Dat is geen werkwoord dat ik ken. >x troon De troon is zo groot dat zelfs een volwassen man met zijn voeten niet op de grond komt wanneer hij er op zit, en moeite moet doen om op beide armleuningen tegelijk te leunen. In de witte steen is een overdaad aan rode juwelen, robijnen, gezet. Het is een oogverblindend maar protserig meubelstuk. >x kroon Dof metaal vormt een enkele ronde cirkel, zonder versieringen, zonder edelstenen, zonder gravures: slechts een band zonder ondebreking die eeuwig rond en rond gaat, precies op maat gemaakt voor een mannenhoofd. De baron zucht diep. "Dit verveelt me. Laten we tot de kern van de zaak komen." > *ik heb dus niet helemaal door wat ik met die baron kan doen (behalve hem al eerder aanvallen) [Commentaar bewaard.] >spreek tegen baron Van die zin begrijp ik helemaal niets. >praat met baron "U moet begrijpen," zo begint de baron te spreken voordat je iets hebt kunnen zeggen, "dat ik slechts uit de meest nobele motieven heb gehandeld. Het is altijd alleen maar mijn wens geweest om uw dochter gelukkig te maken." (1) [Woedend] "Gelukkig? Zelf jouw beestachtige brein kan niet zo geperverteerd zijn dat je die leugens gelooft!" (2) [Bedroefd] "Nee, dat is niet waar. Haar geluk is nooit het doel van je handelen geweest." (3) [Vermoeid] "Spaar me je leugens - onze leugens. Ik heb ze te vaak gehoord, en ze al te vaak leren herkennen als de slappe zelfrechtvaardiging die ze zijn." Selecteer een optie >> 1 "Goed, goed." De baron heft zijn handen op, als om je te kalmeren. "Misschien was haar geluk niet de reden waarom ik haar ontvoerde. Maar niettemin: kon ik het helpen? Had ik anders kunnen handelen? Is het rechtvaardig dat je boos op me bent?" (1) "Want? Hoe zou het mogelijk zijn dat hier - juist hier! - niet veroordeeld mag worden?" (2) "Zeg niets. Het zijn toch maar mijn eigen gedachtenspinsels die je verwoordt." (3) Dood de baron voordat hij op je in kan praten. Selecteer een optie >> 1 "Ik geef toe, ik geef toe, het is niet gemakkelijk te begrijpen," stemt de baron in. "Maar toch is het zo. Kan men de adelaar veroordelen wanneer deze een jong lammetje verorbert? De schapen zullen ongetwijfeld zeggen van wel, en zij zullen de adelaar kwaadaardig noemen - maar zij kennen zelf de lust om lammetjes te eten ook niet. Maar de adelaar is door de natuur zo geschapen dat hij wel lammetjes moet eten, het is zijn aard, hij kan niet anders. Hoe het kwaad de schapen het ook mogen vinden, in feite is er niets aan het gedrag van de roofvogel dat veroordeeld kan worden." (1) "En hoe heeft dat betrekking op jou, mij en Maartje?" (2) "En je wilt mij wijsmaken dat jij net als die adelaar bent, en Maartje als het lammetje?" Selecteer een optie >> 1 "Het is heel simpel! Ik zal puur voor mezelf spreken. Ik voel in mijn een buitengewoon grote lust; en die lust is zo sterk dat ik niets heb dat hem kan overwinnen. Ik kan alles proberen wat ik wil: mijn morele gevoelens, mijn liefde, wat dan ook - allemaal zijn ze te zwak om de lust in mij te overwinnen. Dus doe ik wat ik doe; en ik kan ook niet anders. Maar hoe zou het slecht kunnen zijn om te doen wat je moet doen? Hoe zou je veroordeeld kunnen worden voor iets dat je helemaal niet anders gedaan had kunnen hebben? Hoewel het zo misschien op het eerste gezicht niet lijkt, ben ik in de grond net zo onschuldig; ik ben slechts een blad dat door een sterke wind wordt meegevoerd, en mijn baan kan ik niet zelf uitkiezen." (1) [Bedroef] "Altijd weer zelfrechtvaardigingen. Kijk naar haar leed, stel je er voor open - en voel de schuld. Wij zijn schuldig, diep, diep schuldig, en je weet het, en je weet dat er geen excuus is." Selecteer een optie >> *ik mis een optie... waarom moet ik hier zeggen dat het ook mijn eigen schuld is? (ik speel de lompe houthakker ) Selecteer een optie >> 1 De baron kijkt je eerst alleen maar strak aan, maar dan focussen zijn ogen op het oneindige. Langzaam, gedurende enkele minuten, transformeert zijn gezichtsuitdrukking, van een sardonische grijns via lichte afkeur tot regelrechte ontzetting. Plots staat hij op, wankelt even, valt dan voor je op zijn knieën op de grond. Tranen lopen over zijn gezicht, en met een haast hysterische stem smeekt hij: "Ja, ik ben schuldig, oneindig schuldig! Deze last is te zwaar voor mij, genade, genade, genade! Alstublieft, voor wat ik uw dochter heb aangedaan - kunt u mij vergeven? Ik smeek u, vergeef mij!" (1) "Nee. Hier is geen vergiffenis mogelijk." (2) "Ik vergeef je wat je mijn dochter hebt aangedaan. Ik ben zelf degene die de last moet dragen." Selecteer een optie >> 1 Huilend buigt de baron zijn hoofd. De kroon valt op de grond, rolt even, en komt dan precies tussen jullie tot stilstand. >pak de kroon Gepakt. >zet de kroon op Je pakt de metalen cirkel met twee handen vast, en zet hem voorzichtig op je hoofd. De kroon is zwaar en drukt pijnlijk op je geest. >x kroon Dof metaal vormt een enkele ronde cirkel, zonder versieringen, zonder edelstenen, zonder gravures: slechts een band zonder ondebreking die eeuwig rond en rond gaat, precies op maat gemaakt voor een mannenhoofd. >x baron De baron zit geknield op de stenen grond en kijkt met betraande ogen naar je open. Van zijn trotse houding is niets meer over. >kijk De kamer van de baron De ruimte is sober ingericht en donker, slechts verlicht door de kaarsen van één enkele kroonluchter. In het midden van de zaal ligt een berenvel; aan de wanden hangen de opgezette koppen van wolven, elanden en andere grote zoogdieren. Naast het berenvel staat een grote stenen troon, ingezet met felle robijnen die het licht van de kroonluchter duizendvoudig weerspiegelen. Achter de troon, aan de noordkant van de kamer, zijn twee grote bronzen deuren. Op de troon zit de baron. >x wolven Tientallen jachttrofeeën hangen aan de wanden: een tiental wolven, een half dozijn elanden met hun grote geweien, de trieste kopjes van reeën en zelfs een paar beren. En het lijkt haast alsof ze leven - een parodie op hun vroegere bestaan die je nauwelijks aan kan zien.Tientallen verkoolde jachttrofeeën hangen aan de wanden, monumenten van de vernietigende werking van de menselijke lust tot jagen en de onpersoonlijke krachten van het vuur. >x deuren De muur in het noorden, achter de troon van de baron, bevat twee grote bronzen deuren. Er is een voorstelling in gegraveerd van een brandende man. >x man In plaats van de pijn die je zou verwachten op het gezicht van een brandende man, straalt de gegraveerde figuur eerder begerigheid uit. Het is alsof het vuur hem voortdrijft naar het object van zijn lust, dat ongetwijfeld achter deze deur ligt. Op het hoofd van de figuur rust een ronde kroon. >x kroon op de deur Ik begrijp alleen het gedeelte: onderzoek de kroon. >x de kroon Dof metaal vormt een enkele ronde cirkel, zonder versieringen, zonder edelstenen, zonder gravures: slechts een band zonder ondebreking die eeuwig rond en rond gaat, precies op maat gemaakt voor een mannenhoofd. >die andere! Dat is geen werkwoord dat ik ken. >x figuur op de deur Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x kroon op de deur Ik begrijp alleen het gedeelte: onderzoek de kroon. >praat met baron De baron huilt slechts zachtjes, en reageert niet op je woorden. >open de deur Zodra je op de deuren toeloopt beginnen ze open te zwaaien, van je af - erachter ligt niets dan duisternis. Je loopt verder, en wanneer je de drempel oversteekt valt de linker deur met een donderen geraas om, geeft een klap als een koperen gong en blijft liggen. Onmiddellijk daarna valt ook de rechterdeur en laat nogmaals een door merg en been snijdende dissonant weerklinken. Je doet nog een stap, en staat... Op de overloop De overloop is gehuld in een schemerig duister. Aan de noordkant van de overloop is, dicht, de rood geschilderde deur naar de kamer van Maartje. Naast de trap naar beneden staat een houten kastje, waarboven een grote spiegel in een vergulde lijst je beschuldigend aanstaart. >x maartjes kamer Deze in een te fel rood geschilderde deur leidt naar de kamer van je dochter Maartje. >n (de deur naar Maartjes kamer openend) In Maartjes kamer In het schemerig duister staan de meubels van Maartje er liefdeloos bij. Het poppenhuis, al jaren onaangeroerd, kwijnt weg in een hoek, terwijl het bed en het bureau niets zijn dan gebruiksvoorwerpen. Alles lijkt te wachten op het zwarte schouwspel dat zich in de al te doorzichtige duisternis zal voltrekken. Vanuit het bed staart Maartje je emotieloos aan. Je ziet een knuffelbeer. >x maartje Maartje ligt goed in haar deken ingepakt in haar bed, zoals elke nacht. De apathische blik in haar ogen, alsof ze al haar gevoelens heeft uitgezet, doet je meer pijn dan haar wanhoop gedaan zou hebben - maar ook zo kijkt ze elke nacht. >x beer Vroeger geloofde je dat knuffels 's nachts tot leven kwamen, en hele gesprekken met elkaar voerden. Maar Bruin ziet er maar levenloos uit. >praat met maartje (1) "Het spijt me, Maartje, maar ik kan niet anders. Het is te sterk voor mij." (2) [Knielend] "Maartje, ik kom je het onmogelijke vragen. Ik smeek je om vergiffenis." (3) "Maartje, ik beloof het: gisteren was de laatste keer. Het zal nooit meer gebeuren." (4) "Maartje, ik beloof het: vandaag zal de laatste keer zijn. Hierna zal het nooit meer gebeuren." Selecteer een optie >> *weet je, na mijn vorige gesprek (an sich) snap ik deze opties neit zo. misschien als ik in de spiegel gekeken had? Selecteer een optie >> 4 Maartje kijkt weg, zonder iets te zeggen. Alsof ze deze belofte elke nacht hoort. (1) Maar ik maak haar voor het eerst; en ik zal hem houden. Ik zal hem houden. (2) Het klopt, ze hoort dit elke nacht; maar nu zal ik me er aan houden. (3) Het klopt, ze hoort dit elke nacht; en opnieuw is het een loze belofte. Selecteer een optie >> 1 >kijk In Maartjes kamer In het schemerig duister staan de meubels van Maartje er liefdeloos bij. Het poppenhuis, al jaren onaangeroerd, kwijnt weg in een hoek, terwijl het bed en het bureau niets zijn dan gebruiksvoorwerpen. Alles lijkt te wachten op het zwarte schouwspel dat zich in de al te doorzichtige duisternis zal voltrekken. Vanuit het bed staart Maartje je emotieloos aan. Je ziet een knuffelbeer. >z Waarom loop je de gang op? (1) Het is me gelukt me te beheersen. Ik heb de lust overwonnen. (2) Ik loop alleen even terug om iets te halen. Selecteer een optie >> 2 Op de overloop De overloop is gehuld in een schemerig duister. Aan de noordkant van de overloop staat de rode deur naar Maartjes kamer op een kier. Naast de trap naar beneden staat een houten kastje, waarboven een grote spiegel in een vergulde lijst je beschuldigend aanstaart. >x spiegel Het gezicht van de baron staart je vanuit de spiegel tegemoet. >x baron Het gezicht van de baron staart je vanuit de spiegel tegemoet. >x kastje Dit ruw en grof gesneden kastje is een van de weinige meubels in huis die je niet zelf gemaakt hebt: het komt uit de erfenis van Hildes grootmoeder. De twee deurtjes aan de voorkant sluiten niet helemaal goed, wat je al jaren zou reparenen, maar steeds maar voor je uit schuift. >open deuren Je opent het kastje, en onthult een fotoboek. >x fotoboek Met bevende handen pak je het fotoalbum vast en sla je het open. Daar zijn ze, de foto's die de idyllische jeugd van Maartje documenteren: gelukkige herinneringen aan een tijd die niet wist wat komen ging. Vrolijke foto's van een blij en hecht gezin. Bijna exact kan je de scheiding tussen de eerste en de tweede helft van het fotoboek aanwijzen. Verdwenen is de snelle glimlach, de onschuldige blik, de openheid naar heel de wereld - daarvoor in de plaats het uitdrukkingsloze masker met de ogen die te veel gezien hebben, een naar binnen gekeerde, in haar eigen geest levende Maartje. Iedereen moet het gezien hebben. Maar niemand heeft iets gedaan. > Pardon? >z Er is nog geen weg terug. >n In Maartjes kamer In het schemerig duister staan de meubels van Maartje er liefdeloos bij. Het poppenhuis, al jaren onaangeroerd, kwijnt weg in een hoek, terwijl het bed en het bureau niets zijn dan gebruiksvoorwerpen. Alles lijkt te wachten op het zwarte schouwspel dat zich in de al te doorzichtige duisternis zal voltrekken. Vanuit het bed staart Maartje je emotieloos aan. Je ziet een knuffelbeer. >praat met maartje Je hebt al gezegd wat je op je hart had. >speel met de poppen Dat is te cynisch. >x dagboek Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >i Je hebt niets bij je. >*damn, had ik toch het dagboek moeten laten liggen [Commentaar bewaard.] >streel maartje (1) Streel met je vingers even, licht, haar glanzende haar. (2) Streel gepassioneerd haar armen, haar nek, haar borsten, ... (3) Streel haar geslacht. Selecteer een optie >> 1 Je laat je vingers door haar geurige, volle haar glijden. Maartje kijkt je angstig aan. >Ziek. Dat is geen werkwoord dat ik ken. >n Die kant kun je niet op. >z Waarom loop je de gang op? (1) Het is me gelukt me te beheersen. Ik heb de lust overwonnen. (2) Ik loop alleen even terug om iets te halen. Selecteer een optie >> 1 Terwijl elke vezel van je lichaam schreeuwt dat je je bij Maartje neer moet vleien en énén met haar moet worden, draai je je om en loop je weg. Je bent sterker dan de lust. Je bent sterker. Is de band van de lust nu voorgoed gebroken? (1) Ja. Dit was de laatste nacht dat ik de tocht heb ondernomen. (2) Nee. Deze strijd zal nog vele malen gestreden moeten worden. Selecteer een optie >> 1 Kan Maartje je ooit je daden vergeven? (1) Nee. Of ik haar leven nu voor altijd verpest heb of niet, ze zal me altijd blijven haten. (2) Ja. Met de tijd helen de wonden en neemt haar haat af; en misschien zal er een dag komen dat ze me een heel klein beetje zal begrijpen, en een heel klein beetje medelijden - of zelfs liefde - zal voelen. Selecteer een optie >> 1 Zal jullie gezin nog normaal en gelukkig kunnen worden? (1) Het zal tijd kosten, maar het zal gebeuren. Zelfs de ergste wonden helen. (2) Nee, als Maartje haar leven weet terug te vinden dan zal dat buiten ons gezin zijn. Selecteer een optie >> *weet ik niet Selecteer een optie >> 1 *** EINDE *** Wil je een HERSTART, een oud spel INLEZEN of een EINDE aan het spel maken? > load Geef alsjeblieft een van bovenstaande antwoorden. > inlezen Enter a file name. Default is "a1baron.sav": Ok. >kijk Onderin de middelste toren De cirkelvormige ruimte ligt vol met stapels papier die zonder zichtbare organisatie zijn neergelegd. Verschillende stapels zijn omgevallen, maar blokkeren net niet de weg naar de trap die zich in het midden van de toren omhoog wentelt. Twee paar modderige voetstappen - het ene van een volwassene met zware laarzen, het andere van een kind op blote voeten - lopen vanaf de deur in het zuiden naar de trap. >x voetstappen Vanaf de binnenplaats lopen duidelijk twee paar voetstappen naar de trap, en vanaf daar verder naar boven. Een gelaarsde man en een meisje op blote voeten - hun identiteit laat weinig te raden over. Die trap omhoog zal naar de baron leiden, en naar Maartje. >verbrand papier Je houdt de toorts tegen een stapel papier aan, die onmiddellijk in de fik vliegt. > Pardon? >wacht Er is geen tijd te verliezen. Het vuur slaat van de ene stapel op de andere over, sneller dan je had kunnen vermoeden. De halve zaal brandt reeds, en de weg naar buiten wordt door het vuur versperd. Een dikke rook stijgt op van het brandende papier. >wach Dat is geen werkwoord dat ik ken. >wacht Er is geen tijd te verliezen. De hitte is haast ondraaglijk; overal waar je kijkt zie je nu vlammen. Zwarte rook vult je longen. >wacht Er is geen tijd te verliezen. Hoestend en proestend ren je de trap op, de enige uitweg, achtervolgd door dikke slierten van de zwarte rook. Na een klim die je tot bovenin de toren gevoerd moet hebben stap je een grote kamer in waar de rook minder dik is. De kamer van de baron De ruimte is sober ingericht en donker, slechts verlicht door de kaarsen van één enkele kroonluchter. In het midden van de zaal ligt een berenvel; aan de wanden hangen de opgezette koppen van wolven, elanden en andere grote zoogdieren. Naast het berenvel staat een grote stenen troon, ingezet met felle robijnen die het licht van de kroonluchter duizendvoudig weerspiegelen. Achter de troon, aan de noordkant van de kamer, zijn twee grote bronzen deuren. Op de troon zit de baron. >praat met baron "U moet begrijpen," zo begint de baron te spreken voordat je iets hebt kunnen zeggen, "dat ik slechts uit de meest nobele motieven heb gehandeld. Het is altijd alleen maar mijn wens geweest om uw dochter gelukkig te maken." (1) [Woedend] "Gelukkig? Zelf jouw beestachtige brein kan niet zo geperverteerd zijn dat je die leugens gelooft!" (2) [Bedroefd] "Nee, dat is niet waar. Haar geluk is nooit het doel van je handelen geweest." (3) [Vermoeid] "Spaar me je leugens - onze leugens. Ik heb ze te vaak gehoord, en ze al te vaak leren herkennen als de slappe zelfrechtvaardiging die ze zijn." Selecteer een optie >> 2 Even kijkt de baron je onderzoekend aan. Dan antwoordt hij: "Laten we zeggen dat je gelijk hebt; misschien handelde ik wel alleen in mijn eigen belang. Maar - had ik dan anders kunnen handelen? Is het niet erg onterecht om te veroordelen?" (1) "Want? Hoe zou het mogelijk zijn dat hier - juist hier! - niet veroordeeld mag worden?" (2) "Zeg niets. Het zijn toch maar mijn eigen gedachtenspinsels die je verwoordt." (3) Dood de baron voordat hij op je in kan praten. Selecteer een optie >> 3 "Ik wil je leugens niet meer aanhoren," zeg je, en je stapt op hem af. Een angstige blik verschijnt op zijn gezicht. De bijl die je speciaal hiervoor van huis had meegenomen pak je stevig vast, en dan - een enkele slag en het is gebeurd. Als het niets dat hij altijd geweest is implodeert de baron, wordt kleiner en verdwijnt dan geheel. Het enige dat overblijft is zijn kroon. >pak kroon Gepakt. >x kroon Dof metaal vormt een enkele ronde cirkel, zonder versieringen, zonder edelstenen, zonder gravures: slechts een band zonder ondebreking die eeuwig rond en rond gaat, precies op maat gemaakt voor een mannenhoofd. >zet hem op Je pakt de metalen cirkel met twee handen vast, en zet hem voorzichtig op je hoofd. De kroon is zwaar en drukt pijnlijk op je geest. >x deuren De muur in het noorden, achter de troon van de baron, bevat twee grote bronzen deuren. Er is een voorstelling in gegraveerd van een brandende man. >x kroonluchter Uit grof gietijzer is een kroonluchter gegoten die zonder enige elegantie of sierlijkheid zijn taak vervult: het dragen van enkele tientallen kaarsen. >steek de kaarsen aan De kaarsen branden reeds. >laamaa Dat is geen werkwoord dat ik ken. >open de deuren Zodra je op de deuren toeloopt beginnen ze open te zwaaien, van je af - erachter ligt niets dan duisternis. Je loopt verder, en wanneer je de drempel oversteekt valt de linker deur met een donderen geraas om, geeft een klap als een koperen gong en blijft liggen. Onmiddellijk daarna valt ook de rechterdeur en laat nogmaals een door merg en been snijdende dissonant weerklinken. Je doet nog een stap, en staat... Op de overloop De overloop is gehuld in een schemerig duister. Aan de noordkant van de overloop is, dicht, de rood geschilderde deur naar de kamer van Maartje. Naast de trap naar beneden staat een houten kastje, waarboven een grote spiegel in een vergulde lijst je beschuldigend aanstaart. >x spiegel Het gezicht van de baron staart je vanuit de spiegel tegemoet. >breek spiegel Woedend sla je met je vuist op het gezicht van de baron dat in het glas van de spiegel gereflecteerd wordt. De spiegel barst, en valt in gruzelementen en één enkele grote scherf uiteen. >x grote scherf Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x scherven Het glas van de spiegel ligt in kleine gruzelementen verspreid over het dressoir en de grond. >pak een scherf Gepakt. >x scherf Een grote scherf van de spiegel, koud en scherp als ijs. >z Er is nog geen weg terug. >n (de deur naar Maartjes kamer openend) In Maartjes kamer In het schemerig duister staan de meubels van Maartje er liefdeloos bij. Het poppenhuis, al jaren onaangeroerd, kwijnt weg in een hoek, terwijl het bed en het bureau niets zijn dan gebruiksvoorwerpen. Alles lijkt te wachten op het zwarte schouwspel dat zich in de al te doorzichtige duisternis zal voltrekken. Vanuit het bed staart Maartje je emotieloos aan. Je ziet een knuffelbeer. >x beer Vroeger geloofde je dat knuffels 's nachts tot leven kwamen, en hele gesprekken met elkaar voerden. Maar Bruin ziet er maar levenloos uit. >pak bruin Gepakt. >geef bruin aan maartje "Hier, neem Bruin," zeg je tegen Maartje. Woordeloos pakt ze de beer uit je handen en klemt hem tegen haar borst. >ga naast maartje zitten Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >*ziek.. maartje is er niet of niet belangrijk genoeg... lol [Commentaar bewaard.] >praat met maartje (1) "Het spijt me, Maartje, maar ik kan niet anders. Het is te sterk voor mij." (2) [Knielend] "Maartje, ik kom je het onmogelijke vragen. Ik smeek je om vergiffenis." (3) "Maartje, ik beloof het: gisteren was de laatste keer. Het zal nooit meer gebeuren." (4) "Maartje, ik beloof het: vandaag zal de laatste keer zijn. Hierna zal het nooit meer gebeuren." Selecteer een optie >> 2 Maartje zegt niets, maar staart je slechts strak aan. (1) Het kan ook niet, mij vergeven. Zelfs God zou dat niet kunnen. (2) Ik moet haar alleen laten. Ik kan en mag niet al direct een antwoord verlangen. (3) "Alsjeblieft Maartje, alsjeblieft, vergeef me. Ik smeek het je!" Selecteer een optie >> 2 >x scherf Een grote scherf van de spiegel, koud en scherp als ijs. >snij Welk voorwerp bedoel je precies als je zegt "snij"? >snijd met scherf Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >pleeg zelfmoord Dat is geen werkwoord dat ik ken. >snijd jezelf Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x poppenhuis Ooit heb je dit poppenhuis zelf in elkaar gezet: drie verdiepingen, met deurtjes en raampjes die open en dicht kunnen, allerhande meubels, en houten popjes met fijn gesneden gezichten die de woning kunnen bevolken. Hilde heeft gordijntjes gemaakt, vloerkleedjes en kleertjes voor de poppen. Nu staat het verstoft in een hoek, al jaren niet meer aangeraakt. De verf begint los te laten. De gordijntjes zijn flets geworden. >x poppen >x vaderpop >zijn ze er niet? Dat is geen werkwoord dat ik ken. >praat met maartje Je hebt al gezegd wat je op je hart had. >NEEEE! Dat is geen werkwoord dat ik ken. >n Die kant kun je niet op. >z Waarom loop je de gang op? (1) Het is me gelukt me te beheersen. Ik heb de lust overwonnen. (2) Ik loop alleen even terug om iets te halen. Selecteer een optie >> 2 Op de overloop De overloop is gehuld in een schemerig duister. Aan de noordkant van de overloop staat de rode deur naar Maartjes kamer op een kier. Naast de trap naar beneden staat een houten kastje, waarboven een grote spiegel in een vergulde lijst je beschuldigend aanstaart. >l Die tocht heb je al ondernomen. >x spiegel Het glas van de spiegel ligt in kleine gruzelementen verspreid over het dressoir en de grond. >x fotoboek Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >open kast Je opent het kastje, en onthult een fotoboek. >x fotoboek Met bevende handen pak je het fotoalbum vast en sla je het open. Daar zijn ze, de foto's die de idyllische jeugd van Maartje documenteren: gelukkige herinneringen aan een tijd die niet wist wat komen ging. Vrolijke foto's van een blij en hecht gezin. Bijna exact kan je de scheiding tussen de eerste en de tweede helft van het fotoboek aanwijzen. Verdwenen is de snelle glimlach, de onschuldige blik, de openheid naar heel de wereld - daarvoor in de plaats het uitdrukkingsloze masker met de ogen die te veel gezien hebben, een naar binnen gekeerde, in haar eigen geest levende Maartje. Iedereen moet het gezien hebben. Maar niemand heeft iets gedaan. >scheur de laatste foto's eruit Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >verwijder de laatste foto's Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x foto's Ik begrijp alleen het gedeelte: onderzoek het fotoboek. >x scheiding Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x maartje Je ziet niets bijzonders aan het noorden. >haal foto's uit fotoboek Van die zin begrijp ik helemaal niets. >sukkel Dat is geen werkwoord dat ik ken. >verscheur fotoboek Je hebt al te veel kapot gemaakt. >*en als ik nu eens die laatste foto's verwijder? [Commentaar bewaard.] >snijd jezelf Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >haal jezelf open aan scherven Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >z Er is nog geen weg terug. >n In Maartjes kamer In het schemerig duister staan de meubels van Maartje er liefdeloos bij. Het poppenhuis, al jaren onaangeroerd, kwijnt weg in een hoek, terwijl het bed en het bureau niets zijn dan gebruiksvoorwerpen. Alles lijkt te wachten op het zwarte schouwspel dat zich in de al te doorzichtige duisternis zal voltrekken. Vanuit het bed staart Maartje je emotieloos aan. >x maarjte Zoiets zie je niet, of het is niet belangrijk om je ermee bezig te houden. >x maartje Maartje ligt goed in haar deken ingepakt in haar bed, zoals elke nacht. De apathische blik in haar ogen, alsof ze al haar gevoelens heeft uitgezet, doet je meer pijn dan haar wanhoop gedaan zou hebben - maar ook zo kijkt ze elke nacht. >x bed Maartje ligt in haar bed, een ruim kinderledikant van verveloos hout. Ze heeft de dekens tot hoog onder haar kin opgetrokken en volgt elk van je bewegingen met ogen die geen enkele gedachte verraden. >trek aan de dekens Je trekt de deken opzij, waaronder Maartjes naakte lichaam verborgen lag. Ze verroert zich niet, en doet niet eens de moeite haar geslacht of haar opkomende borstjes te bedekken. De aanblik van haar witte vlees is als een blaasbalg voor het vuur van je lust. >praat met maartje Je hebt al gezegd wat je op je hart had. >raak maartje aan (1) Streel met je vingers even, licht, haar glanzende haar. (2) Streel gepassioneerd haar armen, haar nek, haar borsten, ... (3) Streel haar geslacht. Selecteer een optie >> 1 Je laat je vingers door haar geurige, volle haar glijden. Maartje kijkt je angstig aan. >dood haar met die scherf Maartje probeert zich achter haar beer te verbergen wanneer jij met de messcherpe scherf op haar afkomt. Je drukt die zachtjes tegen haar keel aan. (1) "Vergeef me," fluister je. "Vergeef me." (2) "Het is het beste. Geloof me," zeg je schor. (3) Zie van je daad af. Selecteer een optie >> 1 Dan snijd je met een ruk haar keel open. Bloed gutst over haar nek, over je handen, over haar lichaam en het bed. Het lijkt alsof ze probeert je nog iets te zeggen, maar er komen geen woorden meer uit haar mond, alleen een straaltje felrood bloed dat langs haar wang naar beneden druipt. Dan valt ze achterover, en beweegt niet meer. Was dit werkelijk het beste voor haar? (1) Ja. Zij had nooit meer gelukkig kunnen worden. (2) Nee. Maar ik kon haar ongeluk niet meer aanzien. Selecteer een optie >> 2 #het was niet heel erg de bedoeling.. ik wilde kijken of het kon > Pardon? >x maartje In een plas van haar eigen bloed ligt het ontzielde lichaam van Maartje. >n Die kant kun je niet op. >z Je werpt nog een laatste blik op het dode lichaam van Maartje. Dan loop je voor de laatste maal haar kamer uit. Hoe loopt deze zwarte geschiedenis af? (1) Ik maak nog deze nacht een einde aan mijn leven. Hiermee kan ik niet leven. (2) De rest van mijn leven zal ik slijten in een kleine gevangeniscel. Dat is mijn straf. (3) Wanneer het dorp begrijpt wat er gebeurd is hoeven ze mij eindelijk niet meer als mens te zien, en zullen ze me lynchen als monster. Zo heb ik het gewild; geen mens meer zijn, maar een monster. (4) Het dorp wil de waarheid niet zien, en men geeft voor te geloven dat Maartjes dood een ongeluk was. De rest van mijn leven is één groot verwijt aan mijzelf, een straf die erger is dan wat iemand anders mij ooit aan had kunnen doen. Selecteer een optie >> 4 *** EINDE *** Wil je een HERSTART, een oud spel INLEZEN of een EINDE aan het spel maken? > einde